Stedelijke programma's

Participatie en armoedebestrijding

Lasten
De begrote lasten bedragen in 2021 € 173,4 miljoen, onderverdeeld in de volgende onderwerpen:

  • Bijstandsverstrekking (waaronder BUIG en uitvoeringskosten): € 128,0 miljoen;
  • Participatie (waaronder, WSW, re-integratiebudget en uitvoeringskosten): € 38,9 miljoen.
  • Armoedebeleid: € 5,6 miljoen;
  • Schulddienstverlening: € 0,9 miljoen.

De totale lasten van programma S06 Participatie en armoedebestrijding zijn in 2021 € 15,2 miljoen lager dan in 2020. Dit komt door:

  • De lasten van de reorganisatie Werk en Inkomen die grotendeels in 2020 zijn begroot (€ 4,5 miljoen in 2020 ten opzichte van € 0,5 miljoen in 2021);
  • De begroting van circa € 1,0 miljoen aan incidentele lasten in het kader van regionale samenwerking in 2020;
  • Per saldo zijn er € 12,1 miljoen minder uitkeringsverstrekkingen begroot in 2021 dan in 2020. Dit komt grotendeels doordat de begrote lasten in 2021 € 16,1 miljoen lager zijn dan in 2020 omdat er geen Tozo uitkeringen zijn begroot. Daarnaast zijn de begrote lasten in 2021 € 3,8 miljoen hoger dan in 2020 door een verwachte stijging van de overige uitkeringslasten (landelijke ontwikkeling).
  • Er is per saldo in 2021 € 0,3 miljoen aan overige lasten minder begroot dan in 2020.
  • Tot slot is er een stijging in 2021 begroot van € 2,2 miljoen aan investering in werk, in het kader van de Herstelagenda. Deze investering is geoormerkt voor de groep inwoners die tijdens de coronacrisis hun baan is verloren of dreigen te verliezen.

De lasten in 2022 zijn vergelijkbaar met 2021. Vanaf 2023 zijn de lasten lager doordat de investeringen in het kader van de herstelagenda voor het merendeel plaatsvinden in 2021 en 2022.

Baten
De begrote baten van programma S06 Participatie en armoedebestrijding zijn in 2021 € 112,3 miljoen, onderverdeeld in de volgende onderwerpen:

  • Bijstandsverstrekking: € 111,5 miljoen;
  • Armoedebeleid: € 0,8 miljoen;
  • Schulddienstverlening: € 20 duizend.

In totaal zijn de begrote baten in 2021 circa € 12,9 miljoen lager dan in 2020. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de incidentele bijdrage 2020 van het Rijk voor de Tozo uitkering, begroot voor € 16,1 miljoen. Daar tegenover wordt de komende jaren een stijging van de bijdrage van de gebundelde uitkering (BUIG) verwacht van € 3,4 miljoen in 2021 ten opzichte van 2020, € 2,4 miljoen in 2022 ten opzichte van 2021 en € 1,7 miljoen in 2023 ten opzichte van 2022.

Toevoegingen aan reserves
In 2021 zijn de begrote toevoegingen aan reserves € 0,6 miljoen ten opzichte van € 2,7 miljoen in 2020. Dit komt hoofdzakelijke door de begrote toevoeging van € 2,4 miljoen in 2020 en € 0,6 miljoen in 2021 aan de bestemmingsreserve (BR) Bedrijfsvoering in het kader van de reorganisatie Werk en Inkomen. De daaropvolgende jaren tot en met 2023 blijft de begrote toevoeging aan de BR Bedrijfsvoering € 0,6 miljoen.

Onttrekkingen aan reserves
In 2021 zijn de begrote onttrekkingen aan reserves € 1,3 miljoen. Dit is opgebouwd uit:

  • BR Bedrijfsvoering in het kader van de reorganisatie Werk en Inkomen: € 0,6 miljoen;
  • BR Transitie Presikhaaf Scalabor voor de transitie Presikhaaf bedrijven / Scalabor: € 0,8 miljoen.

De onttrekkingen zijn € 7,4 miljoen lager dan in 2020. Dit komt door:

  • Een € 4,0 miljoen lagere onttrekking uit de BR Bedrijfsvoering voor de reorganisatie Werk en Inkomen;
  • In 2020 is € 2,9 miljoen onttrekking begroot aan de BR Taakmutaties Overloop in verband met de budgetoverheveling vanuit 2019. Voor 2021 is nog geen onttrekking begroot.
  • Een € 0,3 miljoen lagere onttrekking aan de BR Transitie Presikhaaf Scalabor;
  • € 0,2 miljoen onttrekkingen op overige reserves.

In 2022 en 2023 worden alleen de onttrekkingen aan de BR Bedrijfsvoering van € 0,6 miljoen gedaan.

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2020 14:20:45 met de export van 11/17/2020 14:07:54